dinsdag 12 juni 2007

De inrichting van het project, nieuwe uitgangspunten.

Voor het vervolgproject zal het om de volgende uitgangspunten gaan:
1. samenwerkend leren,
2. podcast en vodcast leren produceren,
3. betekenis van meervoudige geletterdheid in relatie tot portfoliogebruik documenteren en kwalificeren (waardering van verontachtzaamde competenties, zoals die welke binnen de jeugdcultuur eigen vormen hebben aangenomen).
ad 1. Het samenwerkend leren wordt gebruikt om munt te slaan uit de handigheid die de jeugd heeft in het omgaan met ICT. We stellen voor kleine werkgroepen te maken die bestaan uit steeds een leerling en een of twee docenten. De leerling neemt de rol van instructeur op zich en zorgt voor de basisinstructie en coaching van de docenten. Elke 12 weken worden nieuwe groepen gevormd.
ad 2. Inspyr Studios stelt een serie instructies ter beschikking die alle technische stappen van het vervaardigen van podcasts en vodcasts behandelen. Deze informatie vormt ook de inhoud van de basisinstructie. Tevens wordt ingezet op het ontwikkelen van een eenvoudige gebruiksvariant van 'culturele analyse voor mbo-leerlingen'.
ad 3. Docenten formuleren de portfolio gerichte activiteiten volgens een vast stramien (model webquest aangevuld met podcast noties, ook wel aan te duiden als podQuest). Aan de hand van op de gebruikerservaring gerichte bevraging (Observing the user experience. Kuniavsky, 2003) worden methodiek en meerwaarde van het bewust aanspreken van meervoudige geletterdheid in beeld gebracht.
Die hier genoemde uitgangspunten leiden tot een forse uitbreiding van het programma t.o.v. dat van het pilotprogramma. Dat was alleen gericht op het introduceren van podcasten op zich. Nu willen we werken aan een betekenisvolle inzet en methodisch controleerbare manier van werken overigens zonder daarbij het 'losse' en 'persoonlijke' karakter van de werkvorm aan te tasten.

Podcasten en digitaal vertellen.

De rijke leeromgeving komt nu in beeld. Door ons begrepen als een gecombineerde traditionele en moderne digitale infrastructuur waar je zintuigen op meerdere niveaus geprikkeld worden en je uitgedaagd wordt om te leren. Ook een leeromgeving waarin de onderbelichte competentie van meervoudige geletterdheid wat meer tot zijn recht kan komen, in elk geval aangesproken wordt. Wij willen met podcasten, webloggen en portfolio een omgeving opzetten die een dergelijke betekenis heeft. Centraal daarin staat de combinatie van podcasten en digitaal vertellen. Bij podcasten met behulp van digitaal vertellen maken wij de keuze om de nadruk te leggen op beeld, beelden die spontaan gebruikt en met anderen gedeeld worden, soms orgineel soms geleend. Over het algemeen wordt 'podcasten' niet vanuit het beeld maar vanuit het delen van informatie gedefinieerd, een podcast kan net zo goed zonder beeld gemaakt worden; een soort radio-uitzending als het ware, dankzij internet tijd en plaats onafhankelijk gemaakt en in een webbrowser of met een mp3 speler op elk moment reproduceerbaar geworden. Wij kiezen voor een rijkere variant, de combinatie van beeld en geluid (ook wel video-cast of vodcast genoemd).
In het podcast pilotproject op ROC MN kwam onbedoeld veel nadruk te liggen op het digitale aspect terwijl de omgang met beelden en geluiden onderbelicht en daarmee ondergewaardeerd is gebleven. Naar onze mening is het digitale als zodanig niet echt interessant, het accent zou moeten liggen op wat ermee gedaan kan worden, c.q. hoe je met behulp van de nieuwe technologie educatief relevant 'digitaal kunt vertellen'. Vandaar een andere opzet voor een vervolg.
Er zijn diverse argumenten om deze rijkere variant nader uit te werken en te zoeken naar mogelijke combinaties van beeld en geluid. We willen aansluiten bij de interesse voor digitaal beeld zoals die leeft binnen de huidige jeugdcultuur; zowel in archeologische zin (archeologie van het beeld) als in emancipatorische zin loont het de moeite om aandacht te besteden aan de betekenis en de waarde van het beeld in leerprocessen. De door Jeroen Lutters bepleite methode van culturele analyse kan meer inzicht bieden in de relatie tussen kennisverwerving en ver'beelden'. Een ander argument is de mogelijkheid om met podcasten aan te kunnen sluiten bij het zogenaamde web2.0 perspectief. Dat heeft alles te maken met het vanzelfsprekend gemak waarmee jongeren gedigitaliseerde communicatie hanteren, mogelijk zo een andere ingang te vinden waarlangs kennisvorming anno nu ook tot stand kan komen. In eerste instantie is van belang om uit te vinden of het werkt; later kunnen we ons dan de vraag stellen hoe het in zijn werk gaat en daar komt dan de methode van de culturele analyse zeer van pas.
Ontdekken 'hoe het in zijn werk gaat' is meerledig: enerzijds gaat dat over de methode en anderzijds over het regelsysteem -de regels, het spel, het rollenspel, het regelgeleide gedrag- waarbinnen deze nieuwe manier van kennisverwerven tot stand komt. Vooralsnog heeft het iets 'post-moderns', iets van het spel waarin je spelenderwijs leert. Hier denk ik ook aan Marinka Coupier die verwijst naar de wereld van gamers, het nemen en spelen van rollen en de speltheorie van Huizinga zoals door hem in Homo Ludens neergezet.

dinsdag 5 juni 2007

Computer says no...

De opvatting dat de computer een fenomeen is met eigen regels en een eigen wil wordt duurzaam gevoed en onderhouden door beheerders van systemen en netwerken. Een soort poortwachters waar je maar moeilijk langs kunt komen en die verregaand kunnen bepalen wat er wel en wat er niet mag. En zo kan het gebeuren dat het vrij en onbekommerd werken met digitaal communicatiegereedschap belemmerd wordt door de op slot gezette infrastructuur. En dat staat op gespannen voet met wat we web2.0 noemen. In een nog niet zo ver verwijderd verleden was de controverse tussen gebruikers en beheerders duidelijk. Dat is veranderd. De weerstand tegen het vrij gebruiken van digitale faciliteiten lijkt sterk verminderd maar ook op een subtiele manier door het management overgenomen te zijn, op een subtiele manier getransformeerd in strak gereguleerde gebruikers accounts en content management systemen als Blackboard. En als er iets niet gaat... computer says no.
Maar daar waren we ons niet zo van bewust toen we na de geslaagde presentatie in Veldhoven afspraken maakten om in het nieuwe collegejaar een verspreidingsproject voor het gebruik van podcasten op te zetten.
Nu is al tweemaal de plaatsnaam Veldhoven gevallen. Even toelichten wat het was en waarom het succesvol verliep. Het betreft een IT conferentie die op 12 en 13 april in Veldhoven heeft plaatsgevonden en in het teken stond van innovatie en ICT, c.q. innovatieve ICT middelen onder de titel Bits, Brains en Games. Wat toen nog als het ROC MN podcastproject genoteerd stond werd tijdens de conferentie vertoond, verteld en toegelicht. (Zie ook http://web.mac.com/paulscheulderman/iWeb/DSC/ROCMN-project.html waar alle podcasts en de achtergrond terug te vinden zijn.) We waren in staat een begin te laten zien van wat er mogelijk is als je met eigentijdse tools en uitdagende opdrachten ROC-studenten met hun interactieve zie-cultuur laat werken. Naarmate de sessie vorderde nam het tumult toe: voorstanders en tegenstanders van dit soort nieuwerwetsigheden namen min of meer de presentatie over (en ook daar maakten we weer een podcast van). In het vuur van de strijd werd onze vraag naar de bijdrage van podcasten aan educatieve doeleinden, omgezet naar de vraag 'wat je nou helemaal met een filmpje aan het leerproces kon toevoegen'. En toen daar ook nog Apple hardware en software bij betrokken bleek te zijn, werd het helemaal onrustig. Het doel was bereikt: podcasten stond in het brandpunt van de belangstelling. Centraal stond niet de vraag of podcasten (c.q. werken met cross media) in het onderwijs mag maar op welke wijze podcasten ingezet kan worden om tegemoet te komen aan wat wel een rijke leeromgeving genoemd wordt.

woensdag 30 mei 2007

Doelen en vragen.

Laat ik eerst aangeven waar ons onderzoek naar de effecten van podcasten in het perspectief van meervoudige geletterdheid om draaide. Met het introduceren van podcasten in het onderwijs gaat het volgens ons in principe om het aanreiken van nieuw gereedschap bedoeld om het proces van leren en studeren op een specifieke manier te bevorderen. Onze vraag is dan: hebben we goed begrepen wat de student/leerling/gebruiker wil, nodig heeft en bereiken wil en is hij in staat dat te realiseren met datgene wat we voor hem gemaakt hebben en/of daartoe hebben aangepast. Lastig is dat dat we kunnen twijfelen aan de mate waarin we studenten kennen en wat we weten over wat ze kunnen.
Ik kijk even wat verder dan ons project 'lang' is en bespeur dan dat het zoeken naar de betekenis en de mogelijkheden van meervoudige of digitale geletterdheid niet alleen goed te verantwoorden is vanuit de vraag naar de functionaliteit van het gereedschap en de mogelijkheden van de gebruiker, de leerling/student. Het project heeft ook een belang voor het verwerven van een beter begrip betreffende het 'nieuwe leren' maar dan vanuit het perspectief van de lerende zelf. Met de digitalisering van de communicatiemiddelen zijn nieuwe manieren van sociale interactie ontstaan; ruimte en tijdgebondenheid zijn vloeiend geworden, in rap tempo ontwikkelen zich nieuwe vormen van informatie, kunst en amusement; de deelnemers zijn net zo vaak consument als producent; leerling als docent; toeschouwer als deelnemer: kortom de digitalisering heeft de spelregels en het speelveld vloeiend gemaakt. Hoe levendig kan leren dan zijn?

Wat eraan vooraf ging.

Het onderzoek naar meervoudige geletterheid, portfolio en podcasten is eerlijk gezegd begonnen als een optelsom van toevalligheden. Om bij het begin te beginnen, in een programma-overleg tussen Roc en HUlectoraat-VOMD werd gesproken over een onderzoek naar docenten- en studententevredenheid inzake de nieuwe ICT-infrastructuur die onlangs op de verschillende vestigingen van het ROC opgeleverd was. In het gesprek passeerde ook het fenomeen podcast. Of Roc studenten er binnen de nieuwe infrastructuur ook gebruik van zouden kunnen maken. Dat bleek een nieuw idee te zijn, niet meegenomen in de opzet en ook niet onderzocht in het tevredenheidsonderzoek. Eerlijk gezegd ook weinig notie van podcasten als activiteit en de spreiding ervan onder de doelgroep.
Desalniettemin, de interesse voor podcasten in het onderwijs was gewekt en afgesproken werd om er een aanvullend project aan te besteden, waarvan de uitkomst aan de resultaten van het gebruikersonderzoek zouden worden toegevoegd.
Ipods werden gekocht en iBooks geleend; de instructie afgesproken en voordat we het wisten waren Ben en ik aan het uitleggen hoe je een podcast maakt. We hadden zes weken de tijd om met een stel ROC-studenten uit verschillende studierichtingen samen te werken. Aan het eind van de rit zou elke student de iPod video waarmee hij gewerkt had mogen houden. Nou dat wilden ze wel.
Er ontstond iets moois. Binnen een uur wisten de studenten wat hun te doen stond, hoe ze het moesten maken en waarover het zou gaan. Feitelijk bleef alleen het gevecht met de infrastructuur, het leren gebruiken van de nieuwe iLife software en het overwinnen van de kloof tussen Microsoft en Apple-routines over. Dat een van de betere producten eigenlijk niet in de Apple omgeving gemaakt was kregen we later pas door maar verder hield ieder zich aan de afspraken. We konden op de Velthovense conferentie duidelijke illustraties laten zien van wat er met relatief eenvoudige middelen zoal gemaakt kan worden.
Dat we in toenemende mate onze bedenkingen bij de gevolgde procedure begonnen te krijgen had meer te maken met het ongecontroleerd meegaan op golven van plezier die ontstaat als je kunt maken wat je wilt.
Voor Ben en mij ging het niet alleen om een goed lopende podcast. We had meer en andere doelstellingen. Daar gaan we het nu over hebben.

donderdag 24 mei 2007

Podcasten en meervoudige geletterdheid.

In maart 2007 is een eind gekomen aan een testperiode waarin op het ROC Midden Nederland afdeling Verzorging, een tryout met podcasten en Apple hard- en software werd neergezet. Naar aanleiding van wat we meegemaakt hebben, wat we geleerd hebben en naar aanleiding van de wens een vervolg te realiseren schrijf ik dit verhaal dat zal uitkomen op een vervolgproject, althans daar probeer ik naartoe te werken. Een verhaal dat ik niet voor niets tussen Inspyr Studios en Andre Hazes probeer te plaatsen. Niet alleen met een lach en een slok drank maar ook omdat het zoveel te maken heeft met de digitale uitbreiding van volkse cultuur in Nederland.

Wat eraan vooraf ging.
In april 2006 maakte ik de volgende notitie. 'Er is een ongekende mobiliteit van zelf geproduceerd beeld en geluid ontstaan die tijd en plaats onafhankelijk beluisterd en bekeken kunnen worden, waarbij ‘het zelf doen’ centraal staat.
Reproductie of hergebruik en bredere verspreiding van dit ‘terloops’ geproduceerd materiaal is een voor de hand liggend en misschien wel nuttig gebruik van deze technologie voor het onderwijs. Zelfgemaakte registraties van presentaties, spreekbeurten, lezingen, interviews, noem het vormen van amateuristische digitale schoolradio en schooltelevisie kunnen nu als podcast en videopodcast op eenvoudige wijze opgeslagen worden en opnieuw beschikbaar gesteld worden.
Vanuit het perspectief van vigerende opvattingen over bijvoorbeeld ‘levend leren en constructivistische didactiek’ is er een interessante toepassing die in het oog springt: de boven beschreven mogelijkheden inzetten om een authentiek portfolio te realiseren waarvoor podcast en vodcast samen met weblog en photocast werkvormen zijn voor het documenteren en analyseren van de voortgang en het presenteren van resultaten van bijvoorbeeld een project, een profielwerkstuk of een afstudeeropdracht.'
Noties die nog steeds een rol spelen...